Het vernieuwde bewijsrecht (en de Woo)

De Wet vereenvoudiging en modernisering bewijsrecht, die vanaf 1 januari 2025 in werking treedt, vereenvoudigt en verduidelijkt de mogelijkheden voor partijen om vooraf en tijdens een civiele procedure informatie te verkrijgen over een geschil. Een van de wijzigingen die de wet met zich meebrengt heeft te maken met de exhibitieplicht uit artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Wat verandert er zoal?

26 jun. 2024

Exhibitieplicht: recht op inzage

Artikel 843a Rv biedt een wettelijke grondslag voor het verkrijgen van bewijsmateriaal voorafgaand aan of tijdens een civiele procedure. Het geeft partijen de mogelijkheid om inzage, afschrift of uittreksel te vorderen van bepaalde stukken die relevant zijn voor een rechtsbetrekking waarbij zij partij zijn, of voor een vordering die zij menen te hebben. Het kan gaan om papieren documenten, maar bijvoorbeeld ook om geluids- of videobestanden. De rechter kan de 843a-vorderingen toewijzen als aan de voorwaarden is voldaan, denk aan het bestaan van een rechtmatig belang bij de verzoekende partij of het voldoende concreet aangeven om welke bescheiden er wordt verzocht. Een vordering kan worden afgewezen wanneer het gaat om bedrijfsgeheimen, of als er sprake is van inzageverzoek in stukken die gevoelige medische informatie bevatten.

Wilt u inzage verkrijgen in bepaalde bewijsstukken en/of heeft u advies nodig in de artikel 843a-procedure? Ons kantoor staat civiele (proces-)partijen bij die bewijs willen vergaren door middel van deze procedure. Artikel 843a Rv biedt een effectief middel om inzage te verkrijgen, maar er zijn wel duidelijke voorwaarden en beperkingen waarmee rekening moet worden gehouden. Wij helpen u graag met het indienen van 843a-verzoeken.

Verhouding tot de Woo

Vanaf de inwerkingtreding van de nieuwe wet zullen de artikelen 194, 195 en 195a Rv in de plaats komen van artikel 843a Rv. Uit artikel 194, derde lid, Rv (nieuw) volgt dat als de overheid geen partij in een procedure is (en dus een derde partij is), ze niet geen exhibitieplicht heeft als het publieke informatie betreft die onder de Wet Open Overheid ook niet verstrekt zou hoeven worden.. De overheid beschikt dus over een bijzondere positie wanneer het gaat om informatieverstrekking. Het derde lid verzekert de overheid ervan dat zij niet zomaar is gehouden tot het verstrekken van informatie die bijvoorbeeld de staatsveiligheid of de privacy van anderen in het geding zou kunnen brengen, althans als daartoe op grond van de Woo ook niet gehouden zou zijn.

Deze koppeling met de Woo betekent echter niet dat de overheid bepaalde gegevens altijd kan weigeren door zich te beroepen op deze wet. Soms kan de overheid volstaan met het weglakken of zwartmaken van stukken tekst die niet openbaar mogen worden gemaakt, of die voor het geschil niet relevant zijn. In alle gevallen vereist het een belangenafweging, net als dat bij de Woo, maar ook bij bijvoorbeeld de Archiefwet in concrete gevallen gemaakt moet worden.

In de rechtspraktijk krijgen wij regelmatig te maken met Woo-verzoeken. Zo staat ons kantoor bestuursorganen bij die Woo-verzoeken krijgen. Daarbij is regelmatig de vraag aan de orde welke informatie men wel of niet moet verstrekken. Die vraag zal straks ook bij de exhibitieplicht gaan spelen. Bent u een bestuursorgaan en heeft u daarover vragen: neem gerust contact met ons op.

Wet vereenvoudiging en modernisering bewijsrecht

Naast de hiervoor besproken wijziging met betrekking tot de Woo, zal de nieuwe wet in het civiele bewijsrecht nog meer wijzigingen met zich meebrengen. Zo vindt er een samenvoeging plaats van de verschillende mogelijkheden om voorafgaand aan een procedure via de rechter aan informatie en bewijs te komen. In het vervolg kan de rechter in één verzoek verzocht worden om verschillende bewijsverrichtingen toe te staan. Ook geeft de nieuwe wet de rechter een actieve rol bij het bespreken van de aangevoerde feiten. Op deze manier wordt er voorkomen dat bepaalde feiten tijdens de zitting onbedoeld onderbelicht blijven of dat de rechter een interpretatie geeft die niet overeenkomt met de bedoelingen van partijen. Daarnaast biedt de wet een mogelijkheid om bewijsmateriaal veilig te stellen door daarop beslag te laten leggen door een gerechtsdeurwaarder. Ook biedt het een wettelijke grondslag om een gerechtsdeurwaarder te vragen om een zekere feitelijke toestand objectief te beschrijven in een proces-verbaal van constateringen.

De nieuwe regels gelden alleen voor alle gerechtelijke civiele procedures die na 1 januari 2025 starten. Als er een procedure vóór deze datum wordt gestart, zullen de op dit moment geldende regels van toepassing zijn totdat de procedure bij de desbetreffende instantie eindigt.

Houd onze website in de gaten voor relevante ontwikkelingen in het kader van de Wet vereenvoudiging en modernisering van het bewijsrecht of de Woo.